Er was eens een oude Indiaan, die elke avond bij het vuur met zijn kleinzoon praatte over het leven. Op een avond vertelde hij het verhaal over de strijd die zich binnen ieder mens afspeelt. “Zoon,” zei hij, die strijd gaat over twee wolven. De eerste wolf heet Kwaad. En dat beslaat alles dat gaat over angst, woede, afgunst, jaloezie, verdriet, hebzucht, arrogantie, zelfmedelijden, schuld, wrok, minderwaardigheid, leugens, valse trots, superioriteit en ego. Deze wolf leeft in ieder mens, hem proberen te negeren heeft geen zin. En blijven zal hij ook altijd, hij hoort bij het leven.”
De Indiaan pauzeerde even, en vervolgde zijn verhaal. Hij wilde zeker weten dat zijn kleinzoon goed luisterde, want dit was misschien wel de belangrijkste les die hij de kleine jongen wilde meegeven in het leven. Toen hij zag dat de jongen geïnteresseerd naar hem keek, ging hij verder. “De andere wolf heet Goed. En die wolf staat voor vreugde, vrede, hoop, liefde, sereniteit, nederigheid, saamhorigheid, trouw, nederigheid, compassie, vriendelijkheid, waarheid, grootmoedigheid en geloof. Ook deze wolf leeft in ieder mens, al is het soms moeilijk om hem te vinden. Maar blijven zal hij altijd, hij hoort bij het leven.”
De kleinzoon dacht even na en vroeg vervolgens: “Maar grootvader, als beide wolven bestaan, en altijd in strijd zijn met elkaar, welke wolf wint dan uiteindelijk?” De oude Idiaan antwoordde eenvoudig: “De wolf die jij het meeste voedt.”
Cherokee verhaal